Woensdag 14 maart 2018 is in het Nutshuis het rapport Haagse Hitte van onderzoekers Frank van der Hoeven en Alexander Wandl gepresenteerd. Deze professoren hebben op verzoek van de gemeente de specifieke situatie van de stad Den Haag onder de loep genomen.
Het doel van het ‘Haagse Hitte-project’ was het beter begrijpen van stedelijke warmte in Den Haag om van daaruit een verband te leggen met de kenmerken van de fysieke ruimte van de stad en de gezondheid van de Haagse bevolking, met als resultaat aanbevelingen voor acties. Tijdens warme zomers zijn in het afgelopen decennium meer senioren gestorven dan voorheen, dit gaf aanleiding tot verder onderzoek. De inzichten uit het rapport moeten de stad Den Haag en haar inwoners bewuster én weerbaarder maken ten aanzien van het Haagse warmte-eiland effect, ook wel Haagse Hitte genoemd.

Het hitte-eiland effect in Den Haag is er echt, maar het is niet dramatischer dan in een stad als Rotterdam. De stadsdelen Centrum, Laak en Scheveningen ondervinden de meeste hinder. Hitte in een stad wordt bepaald door ruimtegebruik en de voornaamste factoren die problemen geven zijn: veel verharding, weinig vegetatie, lage albedo waarde(weerkaatsing zonlicht), beperkte skyview, weinig oppervlaktewater en veel gebouw-volume.

De mogelijkheden die de onderzoekers Van der Hoeven en Wandl aangeven om de situatie in Den Haag te verbeteren zijn:

1. Het uitfaseren bitumen daken door ze te vervangen door zonnepanelen, groen of  reflecterend te maken.
2. Terugdringen van de verharding en vergroenen van zoveel mogelijk binnenterreinen
3. Het koel houden van zorggebouwen en het monitoren van oververhitting in woningen
4. Het behouden van bufferzones
5. Het realiseren van groene iconen

Wethouder Wijsmuller nam namens het college het rapport in ontvangst. Hij noemt het rapport zeer belangrijk: ‘Na het zeer alarmerend rapport van TNO uit 2012 over Den Haag, laat de TU Delft zien dat de situatie in Den Haag niet anders is dan bijvoorbeeld in Rotterdam. Maar dat betekent uiteraard niet dat we niets moeten doen.’

Wijsmuller somt op wat er nu al allemaal gebeurt, zoals het beleid op groene daken voor particulieren en het groen-beleid van het college. ‘Dit rapport geeft ons een aantal zeer concrete handvatten om met nieuw beleid, en samen met corporaties, bewoners en bedrijven, nog meer actie te ondernemen. Aan mij zal het niet liggen, wat mij betreft vergroenen we zo snel mogelijk. Maar een week voor de verkiezingen, past mij bescheidenheid. Dit is voor het nieuwe college, maar ik weet dat er raadsbreed aandacht is voor dit probleem en  dit rapport benadrukt de urgentie nogmaals.’

Van der Hoeven en Wandl schreven ook Amsterwarm en Hotterdam. Voor hun onderzoek in Den Haag hebben maar liefst 120 vrijwilligers hen geholpen met een weerstation.Voor meer informatie: https://denhaag.raadsinformatie.nl/document/6371534/1/RIS299474_Bijlage_Haagse_Hitte.